Oplage: 500 (genummerd, gesigneerd)
Afmetingen: 44 x 20 x 18 cm (h/w/d)
Gewicht: 3,5 kg

Uitgave in brons, gegoten in het verloren-wasprocédé, met de hand bewerkt en gepatineerd.

Ernst Völkl (1928 - 2009)

In 1942, nauwelijks 14 jaar oud, ging Ernst Völkl in zijn geboortestad Mannheim in de leer als beeldhouwer van hout en steen en nam tegelijkertijd de gelegenheid te baat om les te krijgen van Carl Trummer aan de Vrije Academie in Mannheim. De gevolgen van de oorlog maakten van hem een veelgevraagd vakman: in 1945 werkte hij, inmiddels 17 jaar oud, in zijn geboortestreek intensief aan de restauratie van beschadigde monumenten en kerken en kreeg zo taken toebedeeld die een beeldhouwer van zijn leeftijd in andere tijden nauwelijks zou zijn toevertrouwd. Zij hebben hem ook aanbevolen tijdens de periode van wederopbouw. Zo maakte hij - tijdelijk voor het aartsbisschoppelijk bouwbureau in Heidelberg - talrijke hoogreliëfs en volledige sculpturen aan het einde van de jaren 1940 tot het begin van de jaren 1950.

Van 1953 tot 1972 werkte Völkl, die sinds 1957 meester-beeldhouwer was, als zelfstandig steenbeeldhouwer. Met de daaropvolgende omschakeling naar freelance werk voor gerenommeerde porseleinfabrikanten en bronsgieterijen, opende hij de mogelijkheid om intensiever met andere materialen te werken. Sindsdien heeft hij, naast ontwerpen en modellen voor vazen, schalen en serviezen, talrijke figuratieve sculpturen in brons vervaardigd, waarbij diervoorstellingen een bijzondere rol spelen. Reeds als jonge beeldhouwer had Völkl colleges gevolgd, niet alleen in anatomie maar ook in zoölogie. De kennis die hij zo opdeed, kwam hem nu goed van pas: juist als "animalist" met de grootste weergaveprecisie bewees Völkl zich als een kunstenaar van formaat.